Late breaking information

MUSICOLOGY AT THE UNIVERSITY OF AMSTERDAM

27/01/2015

Thea Derks presenteert haar biografie Reinbert de Leeuw, mens of melodie

Colloquium Muziekwetenschap
Thea Derks


19 februari, 15:30-17:00
Universiteitstheater, Nieuwe Doelenstraat 16, zaal 3.01

In 2014 verscheen de biografie Reinbert de Leeuw, mens of melodie, waarin muziekpublicist Thea Derks het muziekspoor volgt van pianist, componist, dirigent en bestuurder Reinbert de Leeuw. Deze heeft veel betekend voor het Nederlandse muziekleven en stond mede aan de basis van de internationaal vermaarde ensemblecultuur. Derks zal haar lezing illustreren met muziekvoorbeelden. 


Reinbert de Leeuw studeerde twee jaar Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam alvorens hij zich in 1958 inschreef voor een studie piano aan het Muzieklyceum aldaar. Vanaf 1962 volgde hij tevens compositieonderricht bij de modernist Kees van Baaren aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Daar raakte hij bevriend met Louis Andriessen, Mischa Mengelberg, Peter Schat en Jan van Vlijmen, met wie hij het Nederlandse muziekleven danig zou opschudden, bijvoorbeeld met de controversiële opera Reconstructie in 1969. 


Als bestuurder streed De Leeuw met succes voor financiële ondersteuning van componisten en voor structurele subsidiëring van gespecialiseerde ensembles. Hij zette als pianist de vroege werken van Erik Satie en de late muziek van Franz Liszt op de kaart en brak als programmeur een lans voor twaalftoonsmuziek en tegendraadse componisten als Charles Ives en György Ligeti.


Min of meer uit noodzaak gaat hij ook dirigeren en in 1974 wordt hij door studenten gevraagd hen te coachen voor een uitvoering van Schönbergs Pierrot lunaire. Hieruit ontstaat het Schönberg Ensemble, dat internationaal een grote reputatie opbouwt, mede dankzij de intensieve samenwerking met levende grootheden als Olivier Messiaen, Galina Oestvolskaja, Mauricio Kagel en Sofia Goebaidoelina. 


De biografie Reinbert de Leeuw, mens of melodie kreeg lovende kritieken en werd omschreven als een ‘standaardwerk voor de geschiedschrijving van de Nederlandse ensemblecultuur’. 


Na afloop van de lezing is er gelegenheid vragen te stellen en de biografie te laten signeren.